het je niet!»
Maar de jongens gingen met zingen voort, en zij sliepten den ooievaar met hun vingers uit; doch één knaap,
die Piet heette, zei dat het zonde was, die beesten zoo in het ootje te nemen, en hij wilde dan ook volstrekt niet
meedoen. De moeder der ooievaars troostte hen door te zeggen: «Bekreunt je er maar niet om! Ziet maar eens,
hoe bedaard je vader daar staat, en dat nog wel op één poot,
moncler!»
«We zijn doodsbenauwd,
sac longchamp!» zeiden de jongen en trokken hun kopjes in het nest terug.
Den volgenden dag, toen de kinderen weer aan het spelen waren en de ooievaars zagen, zongen zij hun lied:
«Het eene wordt gehangen, Het andre wordt verschroeid.»
«Zullen we dan toch opgehangen en verschroeid worden?» vroegen de jonge ooievaars.
Andersens Sproken en vertellingen, by 14
«Wel zeker niet!» zei hun moeder. «Je moet leeren vliegen. Ik zal het je wel leeren! Dan gaan wij naar het
land toe en leggen een bezoek bij de kikvorschen af; die buigen zich voor ons in het water en zingen: «Krok,
krok, rekkekekkek!» En dan eten wij ze op. Dat zal een pret zijn!»
«En wat dan?» vroegen de jongen.
«Dan verzamelen zich al de ooievaars,
longchamp pas cher, die er in dit heele land zijn, en dan beginnen de herfstmanoeuvres; dan
moet men goed kunnen vliegen; dat is van het uiterste belang. Want wie dan niet vliegen kan,
moncler outlet, wordt door den